Historiek
Turnen was vroeger “Zweedse Gymnastiek”. Iedereen herinnert zich de turnzalen nog met balken, klimladders, klimtouwen, klimrekken, Zweedse banken en misschien ook nog die eigen geur. Heel de zaal en de omgeving was opgebouwd volgens de oefeningen uit de Zweedse gymnastiek. Evenwicht, hang- en steunoefeningen waren de basis. Voor zulke oefeningen is een zekere infrastructuur nodig en ook een welbepaalde sportuitrusting. Het is vanuit deze context dat “de witte turnpantoffel” zijn intrede heeft gedaan in de scholen.
Er is echter heel wat veranderd. De turnzalen zijn weg en vervangen door “sportzalen” en speelpleinen. Het accent ligt nu veel meer op bewegen in zijn totaliteit, met spel en balsport activiteiten, binnen en buiten. Opmerkelijk is dat de bewegingsopvoeding zulk een positieve ommezwaai heeft gekregen maar dat het schoeisel deze aanpassing of evolutie niet heeft gevolgd en nog steeds 50 jaar op zijn tijd achteruit is. Vergelijk het dat wij nog steeds met kruiwagen en houten klompen naar de markt zouden gaan om een MP3 te kopen.
Belang van kindervoetjes
Kindervoetjes zijn geen kleine volwassen voeten. Het zijn voetjes in volle groei en ontwikkeling. Ze bestaan uit heel wat kraakbeen en groeischijven. Dit zijn eigenlijk weke botstructuren die kneedbaar zijn. Dit zowel in de goede als in de foute richting.
De belangrijkste structuur van onze voet is een functionele Romeinse boog, onze mediale of binnenste voetboog. Deze zorgt voor de functie van onze voeten, maar vormt ook een gesynchroniseerde link naar de enkel, knie, heup en rug. Als deze boog begeeft, dan heeft dat ook zijn invloed op de rest van het bewegingsapparaat. Vandaar ook dat kindjes met uitgesproken platvoetjes ook X knietjes hebben.
Het is dus belangrijk om deze voetboog bij een groeiend kind zo goed mogelijk onder controle te houden. Deze boog wordt door 2 belangrijke pijlers in zijn ideale stand en functie gehouden, namelijk het hielbeen en het eerste middenvoetsbeentje. Als deze beide pijlers perfect functioneren is de voetboog steeds optimaal. Als echter het hielbeen scheef naar binnen wegzakt, verdwijnt de voetboeg en wordt de stand en functie van been en knie negatief beïnvloed.
De stand van de voetjes heeft een eigen en welbepaalde evolutie die zich aanpast aan het ontwikkelen van ons evenwicht. Zo zal de afstand tussen de voetjes verkleinen en de stand van de hiel meer vertikaal komen naarmate het kind groeit om op een leeftijd van 6 a 7 jaar een normale voetstand en functie te hebben.
Met deze wetenschap zal je merken dat voor deze kinderen schoenen enorm belangrijk zijn. En hoe actiever het gebeuren is hoe meer belang er aan de schoenen moet gehecht worden. En vermits bewegingsopvoeding op school toch een moment van bewegen, lopen en springen zou moeten zijn, zijn de schoenen voor deze activiteit erg belangrijk.
Een goede kinderschoen en zeker een sportschoen heeft drie basis criteria:
- De hielcontour moet zeer stevig zijn. De stevige hielcontour moet proberen om het hielbeen zo recht mogelijk te houden en zo ook de voetboogfunctie te controleren
- De schoen mag NOOIT in het midden plooien. Hierdoor kan de schoen niet torsen en de boog negatief beïnvloeden.
- De schoen moet plooien ter hoogte van de tenen. Dit om een normale afrol van de voet en een natuurlijke activatie van de voetboog bij afstoot te vrijwaren
Met deze drie puntjes kan iedereen op pad voor een goede kinderschoen. Deze moet niet duur of merkgebonden zijn.
Opvoeding
We mogen ook niet vergeten dat Lichamelijke Opvoeding of Bewegingsopvoeding ook OPVOEDING is. Dus tijd nemen voor de les om de juiste schoen op een degelijke manier aan te doen is een basis. Het kan toch niet dat de witte turnpantoffels verplicht worden omdat ze goedkoop zijn en omdat het weinig tijd in beslag neemt. Met als offer, slechte voeten voor je leven?
Voor de kleintjes mag een velcro sluiting, maar net als voor veters moet deze goed vast zitten.
Turnpantoffels dienen om te turnen, net zoals schaatsen dienen om te schaatsen.
Een stevige sportschoen is de enige verantwoorde keuze.